Tuesday, July 29, 2008
Mayrit me voy
Saturday, July 26, 2008
Rodrigo the farce...
Friday, July 25, 2008
Andorra, you rock!
De lange reis naar Andorra bracht ons eerst richting West-Catalonië, Lleida om precies te zijn. Je zou verwachten dat Catalonië ontzettend rijk is, zeker in vergelijking met Castiliaans Spanje, maar niets is minder waar. Ik heb in Spanje zelden zo’n vervallen, aftandse stad als Lleida gezien. Overal werkzaamheden, geen fraai karakter en armoedig. En opvallend veel Afrikaanse immigranten, blijkbaar om te werken in de fruitvelden. Na een paar uur konden we gelukkig weer weg uit deze vieze stad en zaten we in de bus naar Andorra. Een mooie reis door een fenomenaal mooi landschap en vlak voor het compleet ondergaan van de zon reden we de grens over. Grens? Ja, een heuse!! Spaanse en Andoriaanse douane scheidt de twee landen. Met 80.000 zielen is Andorra zeker een dwergstaat, verstopt in de Pyreneeën, maar zeker niet onbekend, getuige de vele toeristen en belastingvluchters. De Andorianen zijn met 30.000 de grootste groep inwoners, maar wel een minderheid in eigen land, tussen tienduizenden voornamelijk Spanjaarden en Portugezen.
Twee nachten zouden we blijven slapen bij ene Gabi. Hij wachtte op ons bij het busstation en op het eerste gezicht zie je zijn brede gestalte, zijn tatoeages en korte legerbroek, maar dat is allemaal maar schijn, die eerste impressie. Voor twee dagen opende Gabi zijn huis en hart. Hij rijdt rond in wellicht de oudste auto van Andorra, een Mitsubishi uit 1984, maar het ding gaat als een banaan. De eerste vraag, “wat brengt jullie in Andorra”, was meteen een fraaie. Tja, we wisten nagenoeg niks van dit bergstaatje, dus we wilden ons laten verrassen.
Andorra is een belastingparadijs, waar geen BTW wordt geheven en benzine, tabak en alcohol ouderwets goedkoop zijn. Het is er heerlijk fris, overdag was het zo’n 30 graden (maar met een frisse bergwind) en ’s nachts koelt het af tot zo’n 8 graden. Het land heeft twee staatshoofden. Twee? Juist. Door historische omstandigheden is de Franse president nu ook staatshoofd van Andorra (de graaf van Foix was dat eerst, maar later werd dit de Franse koning en daarna dus de president), tezamen met de bisschop van La Seu-D’Urgell in Catalonië, waardoor ze een co-prinsschap voeren. De officiële taal is er Catalaans, waardoor het Catalaans officieel vertegenwoordigd is in de Verenigde Naties. Zullen de Barcelonezen trots zijn. Iedereen spreekt Catalaans en Spaans, al spreken de meesten ook wel wat Engels en/of Frans. Andorra heeft zeven provincies, zogeheten Parochies, vanwege de religieuze indeling van voorheen. Het land is geen lid van de EU, maar heeft wel enkele speciale akkoorden met Brussel en gebruikt daarnaast de euro. Andorra is voor 80% afhankelijk van toerisme, in de winter skiërs, in de zomer bergwandelaars en dagjestoeristen. De inwoners hebben met 83,5 jaar de hoogste levensstandaard ter wereld. Oud worden in Andorra, klinkt hip.
Gabi woont in La Massana, een dorpje op enkele minuten van de hoofdstad Andorra La Vella. Hij woont daar met zijn ex Melanie en haar nicht Melissa, beiden uit Peru, maar met Spaanse en Italiaanse voorouders. Oh ja, en dan weer een hond, deze keer Fly, een rustigere hond heb ik nog nooit in mijn leven gezien heb. Blaft niet en bijt niet....
Na het avondeten zijn we eventjes uitgeweest in een leuk gedecoreerd barretje, gerund door een Argentijn. Er werken een hoop Argentijnen en Chilenen in Andorra. Na een heerlijke nacht op een uiterst relaxte bank (beter dan ons barbaarse bed in Madrid), zijn we de volgende dag met Gabi en Melanie naar een skipiste gegaan om even wat te gaan wandelen. In de winter is het vol met skitoeristen en worden de bergen en wegen gebruikt als skipistes, maar in de zomer is Andorra rustig. De lucht lijkt zuiver. Melanie moest vervolgens werken (in een hotel) en Gabi reed ons langs de belangrijkste bergen en valleien. Andorra is erg divers, meer dan je zou verwachten. Gabi is geboren in Barcelona, maar zo’n 6 jaar geleden ging hij op de bonnefooi, met slechts één tas als bagage, naar Andorra, weg van de herrie en hectiek van de grote stad. In de Pyreneeën vond hij zijn rust. Het is er zeer zeker rustig wonen, maar saai is het allerminst. Men kent elkaar en er is altijd wat te doen, of het nou skiën is in de winter of barbecueën in de groene velden langs de rivier en zwemmen in de zomer. Er zijn zelfs Andoriaanse tv-zenders! Gabi ontpopte zich tot de ultieme ambassadeur van Andorra. En dan een relaxte en gezellige wel te verstaan! Een leuke anekdote is, dat Andorra TABAK verbouwt. Tabak in de Pyreneeën in plaats van de Cariben? Juist ja. Tabak. Waarom? Vanwege het simpele feit dat het land goedkoop sigaretten produceert, maar vooral verkoopt. Om dit te kunnen doen, moet het land zelf een tabaksproductie hebben en een quotum halen. Puur om het quotum te halen, want volgens Gabi is het vreselijk slechte tabak. Niet vreemd. Het is immers geen Cuba.
Een dagje door Andorra rijden is een verademing. Het is er fantastisch mooi. Wat een landschap. Alles is er ook nieuw, of het nu de uitstekende wegen zijn, de mooie, nieuwe, maar toch passende huizen of de winkels. Alles lijkt nieuw en modern. De rijkdom straalt er vanaf en aangezien de salarissen hoger zijn dan in Spanje, is het niet vreemd dat er zoveel Spanjaarden en Portugezen zijn. Overigens is het er vol met Nederlanders. Misschien zijn er nog iets meer Fransen, maar voor de rest zie je vooral Nederlandse auto’s. Hoe kan het ook anders. Het was een lekkere dag van toeren door Andorra. En wat waren we blij met Gabi, want zonder hem hadden we nog niks over het land geweten en vooral niks gezien. Zonder auto en gids ben je verloren. Epische held, die Gabi. En hij weet sowieso veel. Hij werkt momenteel als vleeshouwer, maar door zijn zesvoudige hernia (je leest het goed ja), moet hij daarmee stoppen en gaat hij wellicht weer de keuken in, want voorheen was hij kok. Tevens is hij DJ en een graag geziene gast in Andorra. Overdag liet hij ons de pure natuur van Andorra zien en ’s avonds maakte hij een heerlijke Spaanse tortilla en nam hij ons uit naar een tent waar hij DJ is. Ah, ik wist trouwens niet dat honden ook ronken als ze slapen…
Woensdagmorgen gingen we eerst, zo dachten we, een ticket kopen voor Madrid. Volgens de website van Andorra gaat er een bus van Andorra naar Madrid, met stops in Lleida en Zaragoza. Eenmaal aan de kassa bleek dat die lijn geschrapt is. Leuk..... De beste optie was om eerst van Andorra naar Barcelona te reizen en dan door naar Madrid. Een reis van 12 uur, nopjes. In de tijd die we nog hadden, liepen we eerst nog even de winkelstraat van Andorra la Vella af om wat te shoppen. Dan merk je pas echt hoe goedkoop veel dingen zijn. Groenten, fruit en andere supermarktproducten zijn uiteraard duur, maar de meeste andere zaken zijn goedkoop. Met ons vijven daarna nog even lunchen (Kebab in Andorra, uitstekend) en daarna opnieuw een afscheid. Twee fantastische dagen…Het spreekt voor zich dat we dit vanaf nu dus altijd proberen te doen. Scheelt een hoop geld en het is vele, vele malen leuker. De terugreis was lang, eindeloos, maar na een stop van twee uur in een stoffig Barcelona, waren we om 4.00 u. eindelijk op Marqués de Lozoyo. Eindelijk.
Un trozo de Ecuador en Caesar Augusto
In Zaragoza zouden we het weekend doorbrengen bij Rony en Noemi, twee Ecuadorianen van begin 40 die al zo´n 10 jaar in Spanje wonen. Het leek ons een leuk idee om via couchsurfing ergens een slaapplek te vinden. Zaragoza wordt door de Expo helemaal overspoeld met toeristen en is dus helemaal vol. Buiten het feit, dat je je met Couchsurfing een hoop geld uitspaart, is het ook nog eens veel leuker dan in een hotel verblijven. Je komt écht in de stad terecht, tussen de inwoners en je ontmoet nieuwe, leuke mensen. Dat je wellicht niet in een bed slaapt, maar op een bank, is verder ook geen enkel probleem. De eerste ervaring was meteen fantastisch!
Omdat Rony moest werken, kon hij ons niet ophalen op het station, dus zijn we uiteindelijk in de verzengende hitte gaan lopen naar hun appartement in het zuiden van de stad. Eenmaal aangekomen was het natuurlijk spannend om te kijken hoe de ontmoeting verliep, maar de hitte en de vermoeidheid waren snel vergeten. Rony en Noemi, alsmede hun jonge Dalmatiër Manchas, ontvingen ons met open armen, cq. poten. Binnen een uur kwamen de trouwfoto’s van het stel al langs en dan weet je dat alles in orde is…Ze wonen al zo’n tien jaar in Spanje, net als vele andere Ecuadorianen trouwens, want na de Marokkanen en Roemenen is het de grootste immigrantengroep in Spanje. Er wordt geschat, dat zo’n 20% van de Ecuadorianen de laatste tien jaar uit het land is vertrokken, voornamelijk naar de Verenigde Staten en Spanje. Niet vanwege oorlog, maar vanwege de slechte economische omstandigheden. En gelijk hebben ze. In Spanje wordt er gelukkig niet zo moeilijk gedaan over iets natuurlijks als immigratie. Vier zussen van Noemi wonen in de Verenigde Staten (in New York, Chicago en Washington), maar Noemi en Rony besloten naar Spanje te gaan. Rony studeerde journalistiek, maar werkte in Zaragoza eerst voor een financiële instelling en is nu buschauffeur, wat hem goed bevalt. Een zeer vriendelijk, open en opgewekt persoon. Noemi is fysiotherapeut/osteopaat in een verzorgingstehuis. Een paar uur na onze aankomst kwam de vader van Rony, die ook in Zaragoza woont. Hij verzorgt een autistische man. Tegen Rony’s vader werd verteld dat we medestudenten van Noemi zijn (ze doet een Master aan de universiteit van Zaragoza), want de man is nogal ‘clásico’, conservatief dus en zou het idee van couchsurfing niet helemaal begrijpen. Ook prima.
Na een korte siësta zijn Elena en ik naar het centrum gegaan om deze werkelijke prachtige stad te bezichtigen. Zaragoza is een topbestemming dit jaar, vanwege de Expo. Het is er echt vol met toeristen en ook al is het naar mijn mening wat overdreven allemaal, de stad heeft er duidelijk profijt van. De jaren voor de Expo is de hele stad opgeknapt en nu liggen er overal prachtige gemoderniseerde pleintjes en vind je er overal fonteinen. De Plaza de Nuestra Señora del Pilar, met de Fuente de la Hispanidad, een fontein in de vorm van Latijns-Amerika, met zijn gigantische basiliek, is werkelijk fenomenaal. ’s Avonds hebben we, net als een hoop andere mensen, ruim een uur met onze voeten in het water van de fontein gezeten. Héérlijk dat Zaragoza. Aan het einde van de avond kwamen Rony en Noemi en hebben we in het centrum op een terrasje gezeten voor wat regionale tapas. Grappig dat aan het tafeltjes naast ons vier Nederlanders zaten. Ontsnappen aan Nederlanders is onmogelijk, ze, of we, zijn overal…en altijd.
Een warme nacht verder, begonnen we zondagmorgen met een bezoek aan enkele musea in de stad. Zaragoza is een oude stad en was enorm belangrijk ten tijde van de Romeinen. Het is ook uit die tijd dat de naam Zaragoza komt. Die is namelijk afgeleid van Caesar Augusta, Keizer Augstus dus, en met weinig moeite kun je de verbastering tot Zaragoza volgen. Het Museo del Foro en het Museo Fluviano waren zeer de moeite waard, maar toen we eenmaal buiten waren was het veel te druk om de rest te bezoeken. De toeristische invasie was weer op gang gekomen. We zijn daarom naar het Palacio Aljafería gelopen, dwars door een arbeiderswijk, bevolkt met immigranten en met zelfs een Vereniging voor Senegalezen in een van de straten. Grappig. Het paleis is in de Moorse tijd gesticht en past in de stijl van het Alhambra en is dan ook een woonpaleis. Het is niet te vergelijken met de Alcazaba’s of Alcázar’s zoals je die vindt in Mérida, Almería of Málaga, want dat zijn meer forten. Tja, aan de Moren ontsnappen kun je niet in Spanje en Portugal. Je vindt de nalatenschap overal, behalve in het verre noorden van Spanje. In Zaragoza zijn ook nog een drietal Moorse gebouwen te vinden, die later tot kerken verbouwd zijn, maar heel veel was er van de Moorse invloed niet meer te zien in de ene kerk die we bezochten. Het paleis is tijdens een periode van meer dan 50 jaar gerestaureerd, want het was in een ernstige staat van verval. Het merendeel is herbouwd. Nadat de Moren Zaragoza uitgejaagd waren, hebben de Spaanse koningen het paleis uitgebreid, maar de Moorse basis is overal waar te nemen. Een prachtig paleis.
Na dit dagje toerisme kregen we een Ecuadoriaanse maaltijd voorgeschoteld van gekookte maís (popcorn dus), gebakken banaan, mote (in water en uien gekookte maís), avocado’s en iets van varkensvlees. Een lekkere variatie na drie maanden Spaans eten. Met de uiterst lieve en rustige Manchas zijn we vervolgens het grote Parque de Primo de Rivera ingedoken om daar enkele uren rond te lopen. Het klikte fantastisch tussen ons en Rony en Noemi, dat is wel duidelijk.
Helaas dat we maandagmiddag alweer moesten vertrekken. We gingen nog even langs het verzorgingstehuis, waar een zeer krasse 96 jarige oma nog verhaalde over haar bezoekjes aan Andorra en Nederland. En toen was het moment van het onvermijdelijke afscheid aangebroken. Je kunt wel zeggen, dat we in korte tijd een vriendschap opgebouwd hebben. Het was onze en hun eerste ervaring met couchsurfing, maar voor een eerste maal had het niet beter kunnen verlopen!
Los perros también roncan!!!
Il nostro "ostello"
Salendo sul cucuzzolo della montagna!
Piste
O come Ordino, parròquia (cioè comune) andorrana
La valle di Ordino
...e verso i resti dei segni dell'impero romano: Caesar Augusta...ovvero Zaragoza
Ebbene adesso anche io e Mauricio facciamo parte della comunità dei couchsurfers! Cos’è il couchsurfing? C’è chi lo chiama “l’arte di scroccare le vacanze”, chi lo considera un modo per “aprirsi orizzonti” e conoscere gente, ma ve lo dico in poche parole. È una comunità di gente che mette a disposizione dei viaggiatori la sua casa, un letto o un divano o anche solo un pezzo di giardino in cui piantarci la tenda!!! Si sceglie il proprio tipo tra i tanti, ci si mette d’accordo sul quando ed è fatta. E tutto ciò in cambio di NIENTE. Teoricamente si suppone che un giorno il favore sia ricambiato, ma non è detto che succeda e in ogni caso non si è obbligati a far lo stesso. Tutto solo secondo le proprie possibilità. Geniale, divertente ed economico, che mi chiedo perché non c’ho pensato prima!
Con questo sistema siamo andati a Zaragoza, che fino a metà settembre ospita la EXPO2008, esposizione internazionale didicata al tema “Agua y desarrollo sostenible” (acqua e sviluppo sostenibile), bella idea fino a quando non ti vengono a raccontare che per mettere su tutto il complesso della Expo stanno rovinando l’Ebro, fiume locale, e la natura intorno, che sotto la facciata gli stessi finanziatori finanziano altri progetti che di sostenibile non hanno proprio niente…ma non polemizziamo, tanto di scandali è pieno il mondo.
Zaragoza è bellissima, ha fontane ovunque, i bimbi le scambiano per piscine e ci si tuffano dentro! Se si può fare non lo so, divieti non ce n’erano, ma questa è una cosa tutta spagnola…fino a quando non ti dicono niente continui a fare come ti pare :P Ha fatto un caldo terribile il primo giorno, mentre il secondo c’è stato un freschetto osceno!!
Tornando al mitico couchsurfing, a Zaragoza ci hanno ospitato Rony e Noemi, ecuadoriani deliziosi sulla trentina che ci hanno coccolato con tapas e un pranzetto ecuadoriano…sapori strani ma non male, come quello del platano fritto, dolcissimo! Al momento di salutarci, ero quasi con le lacrime agli occhi, come dice la canzone “que triste es el primero adiós”
Noemì, Rony, Manchas (dalla carica dei 101!), Ele & Mauricio
Plaza de Nuestra Señora del Pilar
Palacio de la Aljaferia, perchè gli arabi sono passati anche da qui!
Interno dell'Aljaferia
Stile mudejar
perchè la torre di Pisa NON è solo a Pisa!!! :P
Viaggetto verso i pirenei!
Oggi ho deciso di dedicarmi solo a questo povero bistrattato blog, fino a quando gli occhi non ne potranno più, fino a quando vi avrò convinto a non spendere più un soldo per le vostre vacanze…Ma come sempre, andiamo con ordine.
Dal 14 al 18 luglio ci aspettava l’accademia europea di Jaca, paesino del pireneo aragonese. Prima di partire per Jaca a Madrid si boccheggiava come pesci fuor d’acqua e nonostante si possa andare in piscina, non è assolutamente lo stesso che avere il mare sotto casa e poterci sguazzare quando e come vuoi senza rendere conto né dinero a nessuno. Così, l’idea di andarci a refrigerare sui monti ci ha messo già dell’umore giusto. L’unica cosa che di per sé non ci è piaciuta è stata alzarsi alle 5 del mattino per prendere un autobus alle 6.15 fino a Zaragoza e da lì cambiare per Jaca…in totale 6 ore di autobus! Ma alla fine, siamo arrivati in tempo per una doccia, un pranzo e una siestita di mezz’ora prima di cominciare il corso.
Jaca è un delizioso paesino di montagna dove fa fresco al mattino e alla sera. È circondato da montagne ancora un po’ spruzzate di neve nel mese di luglio! e ha un centro storico minuscolo. Le strade sono a misura d’uomo e quella che a Jaca si chiama Avenida a Madrid sarebbe un callejón, mentre il callejón jacitano si chiamerebbe semplicemente calle a Madrid J In poche parole tutto si rimpicciolisce e torna a dimensione naturale. Durante i giorni di corso ci siamo dati al “turismo” e alla gastronomia locale, sentendo quasi per niente la nostalgia di Madrid!
Il corso in sé era popolato per metà da staccanovisti della serie ‘io mi arruffiano tutti’ (tra ambasciatori, ministri e professori i big non mancavano) e per metà da bimbetti universitari freschi freschi che erano a Jaca più che altro a far vacanza e che alle 4.30 del mattino circolavano ancora per la calle mayor cantando una specie di folklore aragonese…del resto come biasimarli: 5 giorni di hotel li ha pagati il governo d’Aragón?! :P
È anche per questo che per l’anno prossimo ci rifaremo un pensierino :)
Un precioso rincòn
Entrata alla ciudadela, forte militare pazzesco, ingegno puro...mi chiedo se sia merito della mente umana o della necessità di difendersi dai francesi... :P
Bambi bambi bambiiii !!!
Thursday, July 24, 2008
Jaca Jaca Jaca
Maandagmorgen stonden we op het barbaarse tijdstip van 5.00 u. op, omdat om 6.30 u. onze bus richting Zaragoza vertrok. Eerst moesten we naar Zaragoza en vanuit Zaragoza de bus naar Jaca, provincie Huesca en in Aragón. Inmiddels hebben we aardig wat gezien van Spanje, maar voornamelijk in het zuiden, Andalucía, Murcia, Castilla la Mancha, Extremadura en Salamanca in Castilla y León, maar nog niks in het noorden van Spanje. Nu de kans dus om Aragón te zien. In Noord-Spanje staan nog op mijn lijst: Cantabria, Catalunya, Baskenland, Navarra, La Rioja, Asturias en Galicia en in het oosten de Comunidad Valenciana nog. Beetje bij beetje komt dat wel goed. Bovendien zijn de meeste regio´s, zoals Asturias, Navarra, Baskenland, Cantabria en La Rioja vrij klein.
Een lange dag van reizen, maar eenmaal daar in het noorden van Spanje, aan de rand van de Pyreneeën is dit alles snel vergeten. Jaca ligt op meer dan 1000 meter hoogte en ligt temidden in een prachtige natuur. Koud was het absoluut niet, dus onze grootste zorg had ook niks om het lijf. Het hostel was snel gevonden, want zo heel veel straten heeft Jaca in het centrum niet en bovendien was het de Calle Mayor, de Hoofdstraat, dus dat zal niet lastig zijn. Meer een dorpje dan een stad, want de lokale bevolking wist allemaal dat we voor de Real Academia Europea de Jaca, de Koninklijke Europese Academie van Jaca, zouden komen.
Het is inmiddels de 24e editie, georganiseerd door het Real Instituto de Estudios Europeos.
Academia Europea de Jaca
In 1985 was de eerste editie, met als doel om kennis en inzicht van de Europese Gemeenschap destijds, en de Europese Unie nu, te vergroten. Spanje trad in 1986, samen met Portugal, toe tot de EEG, maar het spreekt voor zich dat zo vlak na het einde van de dictatuur ¨Europa¨ in de hoofden van de mensen nog ver weg was. Het is een prestigieuze academie, waarin een groot aantal professoren, onderzoekers, ministers en ambassadeurs acte de presence geven. Vijf dagen lang, van 17.00 tot 21.00-21.30 u., gevuld met conferenties en debatten. Uiteindelijk waren er zo´n 50 mensen ingeschreven, voor een deel studenten van de prestigieuze Master in Europese Studies van het instituut en overige studenten en geïnteresseerden, van jong tot oud. Dit alles in het Palacio de Congresos van Jaca, georganiseerd en gefinancierd door de Gemeente Jaca, de Regionale Overheid van Asturias en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Alle belangrijke onderwerpen van het moment worden belicht: 10 jaar euro, het Ierse Nee in het referendum voor het Lissabon-Verdrag, de situatie in Kosovo, immigratie, energie/olie, om maar een deel te noemen. De Spaanse ambassadeur in Ierland, de Minister van Buitenlandse Zaken van Andorra, de Spaanse ambassadeur (permantente vertegenwoordiger) bij de EU kwamen bijvoorbeeld langs. Een Fransman van de FAO, de Wereld Voedsel- en Alimentatieorganisatie (deze Denis Fadda spreekt 18 talen!), een zeer kundige en interessante expert immigrantenrecht...allemaal in Jaca. Stuk voor stuk interessante onderwerpen, die je aan het denken zetten (zoals het hoort). Een congres is naar mijn mening altijd een verademing, ver weg van polariserende en domme politici (zoals wij er op dit moment zoveel hebben in Nederland), waar op een fatsoenlijke en realistische wijze naar allerlei onderwerpen gekeken kan worden. Wat gebabbeld met een Argentijnse vrouw (met Italiaanse voorouders), uitgeweest met een Pierre uit Toulouse, een Maria uit Huesca, Alfonso uit Valladolid en Borja uit Murca en nog gepraat met de Kroatische ambassadeur in Spanje, Vucic, over Kosovo en de toetreding van Kroatië tot de EU. Weggestopt aan de rand van de Pyrenieeën, maar met een zeer open Europees gezelschap.
Jaca zelf is een kleine, maar prachtige stad. Bovendien is het er vrij goedkoop (een halve liter bier voor 2 euro). In de stad ligt een Ciudadela, een vesting die gebouwd werd om de Fransen buiten de deur te houden, alleen waren het grappig genoeg de Spanjaarden die, bij de ene keer dat het oorlogsgebied was, buiten de Ciudadela waren.
Ciudadela
Y más
De troepen van Napeleon bezetten Spanje en zo ook de Ciudadela in Jaca en deze werd vervolgens zonder veel probleem ontzet door de Spanjaarden. Een vesting, met een grote gracht, maar zonder water want de Italiaanse architect beredeneerde terecht, dat het beter is een gracht te hebben zonder water dan mét water. Water kan bevriezen en dan heb je niks aan water. Dan kun je beter een diep gat in de grond hebben...Tegenwoordig is het een kleine basis van het Spaanse leger, maar wel open voor bezoek. Bovendien is er een Museum van Miniatuursoldaten, waar verschillende periodes (De Egyptenaren, Romeinen, Grieken, Spaanse Burgeroorlog, Eerste Wereldoorlog, Tweede Wereldoorlog, vredesmissies e.d.) uitgebeeld zijn door grote maquettes van landschappen met soldaten, legers en dergelijke.
Onbekend dit Jaca, maar het wordt niet voor niks de Parel van de Pyreneeën genoemd. Een rustig, rijk stadje waar in de winter meer te doen is dan in de zomer, maar dat desalniettemin een groot aantal restaurants, cafes, barretjes en pubs heeft. Wonder boven wonder vonden Elena en ik er ook nog een uitstekende pizzeria! ´s Nachts koelt het flink af, maar echt heel koud is het niet. Ik vind het prima deze temperatuurverschillen, want ´s avonds slaap je tenminste goed, de hitte blijft immers niet in de kamer hangen. Ons hostel was eenvoudig, maar prima en zoals ik tegen Elena zei, leek het wel een vijfsterrenhotel vergeleken met onze kamer in Madrid. Ons welhaast metalen matras in Madrid was gauw vergeten...
Voor de Real Academie de Jaca moesten we €75,- betalen, maar we kregen een subsidie voor hotel en ontbijt, dus we hoefden niet te klagen! Volgend jaar is de 25e editie en dan zijn enkele regeringshoofden present, dus als het even kan dan zijn we er volgend jaar weer...
Op vrijdagmorgen hebben we nog een examen gemaakt om een Diploma de Estudios Superiores Europeos (Diploma voor Europees Hoger Onderwijs) te krijgen. Een examen met één vraag, waarin het de bedoeling was in een soort essay-vorm je eigen visie uiteen te zetten.
Dit zou toch geen probleem mogen zijn. Na de vrijdagavond met Pierre, Maria, Borja en Alfonso was het zaterdagmorgen tijd om uit te checken en de bus te nemen naar Zaragoza...
Alfonso, Pierre, Elena, ik en Borja
Una semana en Alcalá de Henares
7 juli tot en met 11 juli
De tweede zomercursus die ik uitgekozen heb. De plaats van bestemming is Alcalá de Henares, een stad ten oosten van Madrid, op ongeveer een half uurtje van de Avenida de América.
Alcalá de Henares
De eerste dag had ik maar ruim ingepland, zodat ik niet te laat zou zijn. Dat betekende na de late zondag een vroege wekker, maar op zich is dat het probleem ook niet. In alle vroegte de straat op in Madrid heeft ook wel iets, want het is nog lekker fris en rustig, totdat je in de metro staat en half-slaperige mensen voor, achter en naast je hebt staan. Op de Avenida de América was het onduidelijkheid alom, want net toen ik in de bus wilde stappen, werd me verteld dat ik het kaartje aan de kassa moest kopen en niet in de bus. Uiteindelijk had ik nét de laatste plaats in de bus te pakken. Een dag later stond er bij de kassa een bordje: ¨tickets in de bus kopen¨. Spaanse duidelijkheid dus... Overigens een compliment aan het openbaar vervoer in Spanje, want het busnetwerk in Spanje is zeer uitgebreid, zeer modern en zeer efficiënt. Dit soort zaken zijn erg goed geregeld hier. Eenmaal in Alcalá de Henares was de universiteit, of beter gezegd de faculteit van Filosofie, snel gevonden. Het ligt achter het Parque Cervantes.
Alcalá is de geboortestad van Miguel Cervantes, de schrijver van een van de eerste en beroemdste werken uit de moderne literatuur: Don Quijote, of Don Quichot in het Nederlands. Op de uni liep ik de professor, die de openingsspeech zou geven tegen het lijf. Javier Rodríguiz Mir komt uit het noorden van Argentinië, aan de grens met Paraguay en heeft zijn roots in de Guarani, het gebied van de oorspronkelijke bewoners van de regio. Het beeld dat we van Argentinië hebben, is dat van een ´blank´ land van Europese immigranten, veelal Italianen, Spanjaarden en Duitsers. De inheemse bevolking wordt meestal gauw vergeten. Een zeer aardige man, die overigens al zeven jaar in Spanje woont (en werkt aan de Universidad Autonoma de Madrid), aangezien het leven in Spanje toch vele malen beter is dan in zijn geboorteland. Vooral na de economische crisis van 2001, toen het paradepaardje van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in elkaar donderde. Ooit was Argentinië een droomland, een zeer populaire bestemming voor arme Europeanen, maar die tijd ligt inmiddels ver achter ons. Waar Spanje en Italië sinds de Tweede Wereldoorlog langzaamaan een groeiende rijkdom kregen, is het Latijns-Amerika een stuk slechter vergaan. Veel ongelijkheid en veel armoede in deze regio, waar sinds de jaren ´80 zonder succes geëxperimenteerd is met het vrijemarktfundamentalisme van de Washington Consensus. Als je aan kunt tonen, dat je Spaanse of Italiaanse opa´s en oma´s hebt, dan is het geen probleem meer een verblijfsvergunning te krijgen. Als je die eenmaal hebt, opent die de poort naar Europa en zit je vervolgens wel gebakken.
De conferentie van de professor ging over sociale bewegingen en met name die van de inheemse bevolkingsgroepen. De hele week was er eerst een uiteenzetting, vervolgens een documentaire of film en vervolgens discussie en debat. We waren met een groep van zo´n 25 studenten/participanten. De organisatoren waren zeer aardig en zorgden ervoor, dat in tegenstelling tot vorige week, het debat nu wel op gang kwam. Helaas maken de leslokalen van tegenwoordig discussie onmogelijk door de bankjes achter elkaar te zetten, want voor debat heb je een ´kring´ of ´vierkant´ nodig. Dit was ook het oorspronkelijke idee van universiteiten, in de 17e eeuw was dit volstrekt normaal, maar tegenwoordig is het veel meer eenrichtingsverkeer, een professor die wat vertelt en een publiek dat luistert en pent. Zeg maar de Belgische manier van onderwijs geven. Uiteindelijk leidt die uitvoering tot slaperige studenten. Een universiteit is er voor debat en discussie, voor het ontwikkelen van een kritisch oor. Het is al erg genoeg, dat we in een wereld leven, waar schapengedrag volstrekt normaal is. We hollen en masse achter figuren als Geert & Rita aan, maar kritisch denken zit er niet meer aan. De media worden gemanipuleerd en gekenmerkt door een gebrek aan kennis en inzicht van journalisten, en de werkelijkheid wordt gesimplicifeerd. Deze week keken we naar documentaires zoals The War on Democracy, Los Sin Tierra, La Dignidad de Los Nadies en de film Radio Favela. Er worden veel mooie en goede films gemaakt in Latijns-Amerika, alleen zijn deze helaas niet erg bekend bij ons. Jammer, want onze tv wordt immers overspoeld met veel feel-good en inhoudloze meuk uit de Verenigde Staten. De les is van 9.00 tot 14.00 u. en zo´n documentaire en/of film is een goede interventie. Stuk voor stuk zeer interessant, maar ook schokkend bij tijd en wijle. Het leidde, zeker met een beetje de kunst van provocatie van een van de professoren, tot een hoop discussie en debat over de onderwerpen, van sociale bewegingen tot Morales en Chávez. Een zeer goed opgezette cursus, met uitstekende docenten.
Na de colleges ben ik drie keer gaan eten met twee mede-´studenten´, Miguel en Juan. De eerste is een 69-jarige docent uit Barcelona (maar geboren in Madrid) en de tweede een Mexicaan van rond de 30. Beiden zeer goed geïnformeerd en bovendien erg interessante personen. Miguel is betrokken bij de lerarenvakbond en is vanuit die positie naar Brazilië en Cuba geweest. Juan is Mexicaan, maar beschouwt zich alles behalve dat en werkt in Madrid. De uitnodiging voor Barcelona is al binnen...Donderdag kwam Elena ook mee naar het college en na afloop zijn we met Miguel een beetje de stad gaan bezichtigen, zoals het prachtige geboortehuis van Cervantes en het archeologisch museum.
Alcalá is een stad van 200.000 inwoners, al zou je dat vanwege het kleine historische centrum niet zeggen, maar het zeker het bezoeken waard. Na afloop van de cursus was het de bedoeling om nog een paper te schrijven voor degenen die een certificaat willen krijgen. Je krijgt een diploma voor de deelname en de aanwezigheid en indien gewenst een certificaat en twee studiepunten als je een paper schrijft over een onderwerp naar keuze. In mijn geval een stuk over de manipulatie en partijdigheid van de westerse media en haar tegenstrijdigheden in de berichtgeving over Venezuela. Toch tragisch hoe we hier compleet verkeerd en niet-neutraal ´ingelicht´ worden. De berichtgeving is bijzonder slecht. Door de grote belangen die er spelen en de snelheid van een globaliserende wereld, betekent het dat journalisten klakkeloos zaken overnemen zonder ze te checken en geen onderzoek meer verrichten om uit te zoeken hoe de vork echt in de steel zit. We worden doodgegooid met cijfers en statistieken die ´feiten´ lijken te zijn, maar compleet verdraaid zijn, simpelweg omdat deze zogenaamde Niet-Gouvernementale Organisaties (NGO), in naam onafhankelijk, gefinancieerd worden door regeringen of indirect via andere organisaties gesubsidieerd door overheden. De zogenaamde onafhankelijke, vrije en gebalanceerde westerse media is ismiddesl al langere tijd een mythe. Naar mijn mening belangrijk om bij stil te staan. Enfin, het kostte me wat tijd en moeite om een papertje van 10 pagina´s in het Spaans te schrijven, maar het resultaat was ernaar. Het leverde me een 9,5 op...
Donderdagavond werd ik gebeld door Homero en spraken we af om naar Quevedo te gaan. Raar genoeg had ik Homero niet meer gezien of gesproken, sinds ik bij hem heb gelogeerd. Nu was het tijd dat voor hem om Elena eindelijk te ontmoeten en ik zijn Italiaanse vriendin uit Napoli. Er waren nog wat andere vrienden van Homero waar we nog mee gebabbeld hebben en het was een zeer gezellige, maar lange avond. Ergens om 3.30 u. lag ik uitgeteld in bed. De volgende dag stond immers nog een lesdag in Alcalá op het programma, iets wat zeer zwaar zou worden... In het weekend hebben we het rustig aan gedaan, omdat we maandag naar Jaca zouden gaan, voor onze cursus over Europa. Door de bewolking en de dalende temperaturen zat zwemmen er ook niet meer in, maar dat was maar goed ook, want het kostte al genoeg tijd om het paper af te krijgen...
Friday, July 11, 2008
ROCK IN RIO
Op een van de heetste dagen van de week stond een dagje Rock in Rio gepland. Rock in Rio? Ik had er nog nooit van gehoord, maar het is het grootste rockfestival ter wereld, ook al vind het maar af en toe plaats. De eerste editie werd in 1985 gehouden in, vandaar de naam, Rio de Janeiro en trok 1,5 miljoen bezoekers in de 10 dagen dat het duurde. De tweede en derde editie, in 1991 en 2001, waren eveneens in Rio de Janeiro. In 2004 en 2006 stak het festival de Atlantische Oceaan over en was Lissabon de thuishaven van Rock in Rio. In 2008 vond Rock in Rio voor het eerst in twee steden tegelijkertijd plaats, namelijk in Lissabon en Madrid. In 2009 is Buenos Aires aan de beurt, in 2010 wederom Madrid.
Om 17.00 u. begon het feest. Om in Arganda del Rey, waar het plaats vond, te geraken konden we met gratis bussen vanaf het Estadio Santiago Bernabeu (stadion van Real Madrid) vertrekken. Arganda del Rey is een voorstad van Madrid, maar het festivalterrein ligt werkelijk in de middle of nowhere, een grote zandbak naast dit stadje. Het was behoorlijk druk op de parkeerplaats van Santiago Bernabeu, maar de Madrilenen hadden het uitstekend voor mekaar. Binnen no-time waren we op de plaats van bestemming, waar windvlagen zandstormpjes veroorzaakten, waardoor het idee van een woestijnfeestje nog eens versterkt werd. In deze zandbank wachtten enkele duizenden festivalgangers alvorens de deuren open gingen. Het terrein is daar pats-boem neergelegd. Een ware Ciudad de Rock, met kunstgras, fonteinen, eetkraampjes en al het andere wat zo'n stad nodig heeft. We waren een van de eersten die binnen waren en voordat de muziek begon was er genoeg te doen om de tijd kapot te krijgen. Een Braziliaanse stand was populair, omdat je er foto's kon maken om een reis naar Brazilië te winnen. Elke sponsor had zijn eigen stad. Overal werden gratis dingetjes weggegeven. In een bepaald tentje kon je gratis op elektrische gitaren spelen en werden t-shirts weggeven, iets verderop gaf Mentos de hele avond gratis Mentos weg, TVE (Publieke TV van Spanje) gaf hoedjes weg, gratis ballonnen van RENFE, de spoorwegen en het Nederlands tintje kwam van de sponsors Philips en Randstad. En bij L'Oreal Paris kon je gratis je haren laten knippen. Het spreekt voor zich dat Telepizza en Burger King ook present waren...En een halve liter was maar € 3,50. Nopjes......
Op deze zaterdag stond eerst Suzanne Vega op het program, opgevolgd door o.a. Zucchero, Estopa, Alejandro Sanz, The Police en nog wat anderen. Niet super spectaculair dus, maar een festival is altijd mooi om mee te maken. Suzanne Vega was al vrij vroeg, maar het publiek deed toch leuk mee. Zucchero was echt fantastisch en we stonden netjes vooraan om alles goed te kunnen zien. Enkele Italianen om ons heen gingen helemaal uit hun dak. Begrijpelijk ja. De muzikale carrière van Zucchero, ofwel Adelmo Fornaciari, begon in 1970 en duurt dus inmiddels al bijna veertig jaar. Nog altijd even actief en enthousiast en dat wordt gewaardeerd. Ook al kan ik de meeste nummers op zijn best meeneurieën, veel nummers zijn toch bekend onder het grote publiek. Alleen Zucchero was het geld al meer dan waard.
De Spaanse pop-rock-flamenco van Estopa was ook erg tof, maar de rest van de avond was wat minder. Alejandro Sanz vond ik niet zo heel bijzonder en van The Police hou ik niet zo. Na Zucchero merkte je ineens hoe druk het was. Eerst waren we met enkele duizenden in het park, nu met vele tienduizenden. Het was druk, heel druk, maar ook heel gezellig...De fontein in de woestijn was ideaal om aan het einde van de dag even af te koelen en je helemaal nat te sproeien. Een beetje muziek, een beetje een zomersfeertje, een beetje gratis gadgets, een beetje bier...Nopjes.
Om 1.30 u. gingen we richting Madrid, waar het nog ontzettend druk was in verband met de Gay Pride. Eén zomerweekendje in Madrid en heel de stad is al zo'n beetje op straat...
Monday, July 7, 2008
Entre la apatía
Na de euforie van het EK was de realiteit snel weer daar en doken we in de zomercursussen. De eerste cursus, “Cultura Europea, Culturas Nacionales” behandelt een aantal Europese culturen, aan de hand van conferenties van diverse professoren uit Spanje. De campus waar het allemaal plaatsvond ligt in Colmenarejo, een stadje op 45 minuten rijden met de bus vanuit Madrid. Een deel van de universiteit bevindt zich in Madrid, maar een deel is verplaatst naar buiten de stad. Een geheel nieuwe campus, met veel groen eromheen. Een prachtig complex, maar als je er het hele jaar zou zitten is het toch ietwat saai wellicht. De busverbinding is, zoals meestal in Spanje, uitstekend. Elke 10 minuten vertrekt er een bus en in deze zomerperiode, waarin studenten al lang vrij hebben, zijn ze haast altijd leeg. De cursus werd georganiseerd door Antonio Morales Moya, emeritus hoogleraar van de Universidad Carlos III. Een man van zeker boven de 65, zeer vriendelijk, leuk en aardig. Onder het mom van “mijn vriendjes vertellen” had ‘ie een aantal collega’s uitgenodigd om te vertellen over de Franse, Engelse, Duitse, Spaanse, Portugese, Noorse, Russische en Balkanculturen. We waren, niet verrassend, de enige buitenlandse studenten die deelnemen aan de cursus en helaas ook zo’n beetje de enige geïnteresseerden. Spaanse studenten zijn echt de meest nutteloze, apathische en oncreatieve zoutzakken op aarde. Vragen stellen doen ze niet (dat deden alleen wij), maar zelfs het respect tonen jegens de professoren die op komen draven is er niet bij. Sommigen hadden ook nog het lef om voor het einde van de conferenties te vertrekken of te gaan praten. Het was me in Granada al duidelijk geworden, dat Spaanse studenten in de regel écht helemaal inspiratieloos zijn. Het Plan Bologna (wat heel Europa al volgt om de hoger onderwijssystemen op elkaar te laten aansluiten) is hier dan ook zeer onpopulair en er wordt ook volop tegen gestreden. Het zou namelijk betekenen, dat ze iets zouden moeten doen. Spaanse studenten zijn gewend om helemáál niks te doen en het aantal uren dat hier voor een studiepunt staat is behoorlijk lager dan bijvoorbeeld in Nederland. De laatste dag, tijdens het invullen van de evaluatie van de cursus, ontsprong uit het hoofd van een of andere Spaanse nietsnut zelfs nog het volgende: als “tip” voor het verbeteren van de cursus schreef hij dat het vak 3 in plaats van 2 studiepunten zou moeten hebben. Waarom? Het werk was volgens hem “te veel”. Toen vielen we zo erg van onze stoel, dat wij op onze beurt maar opschreven dat de participatie van Spanjaarden echt onder de maat is en dat hun slaapgedrag echt niet kan. Op de eerste dag was iedereen apathisch en men noteerde zelfs niks…totdat de professor vertelde, dat het de bedoeling was dat we allemaal een resumen (samenvatting+commentaar) van de cursus zouden schrijven van 8 à 10 pagina’s (wat echt niks is voor 10 conferenties, ofwel 2 per dag). Ineens gingen ze wel, zij het ongeïnspireerd, aan het schrijven…De cursus was echter zeer interessant en de professoren hadden allemaal hun eigen invalshoek, de een vanuit de literatuur, de ander vanuit de politicologie, weer een ander vanuit geschiedenis…Enfin, het was de investering meer dan waard.
Na de cursus praatten we nog met wellicht de enige wél actieve Spanjaard en die gaf, bijna met schaamte toe, dat veruit de meeste Spaanse studenten er vaak zo bijzitten. De meesten waren er enkel om studiepunten te scoren. Van enige interesse konden ze niet beticht worden…
Daarom, bij deze, een ode aan de Spaanse professoren. Gracias.
- Mariano Esteban de Vega. Catedrático de Historia Contemporánea de la Universidad
de Salamanca.
- Juan Pablo Fusi Aizpurúa. Catedrático de Historia Contemporánea de la Universidad
Complutense de Madrid.
- Andrés de Blas Guerrero. Catedrático de Ciencia Política de la UNED.
- Jon Juaristi Linacero. Catedrático de Historia Contemporánea de la Universidad de
Alcalá de Henares.
- Hipólito de la Torre Gómez. Profesor titular de Historia Contemporánea de la UNED.
- Jaime de Salas Ortueta. Catedrático de Filosofía de la Universidad Complutense de
Madrid.
- Mira Milosevic. Investigadora del Instituto Universitario José Ortega y Gasset.
- Leonardo Romero Tovar. Catedrático de Historia de la Literatura de la Universidad de
Zaragoza.
- Enrique Bernáldez. Catedrático de Filología Inglesa.
Tuesday, July 1, 2008
"A POR ELLOS": VIVA ESPAÑA
Toen brak eindelijk De Grote Dag aan voor Spanje. Een verdeeld land als Spanje zou een sportief succes zeer goed kunnen gebruiken en ondanks de goede voortekenen, weet je het met een tegenstander als Duitsland immers maar nooit. Op deze zondag de 29e juni zijn we eerst nog naar de grote markt, de “Rastro” geweest om een en ander te kopen en daar merkte je al dat de verkoop van rood-gele shirts zéér goed verliep. Een teken dat heel Spanje, voetbalminnend of niet, geïnteresseerd was in deze wedstrijd. Een oneindig aantal Spanjaarden zocht een plekje op het grote Plaza Colón, alwaar een podium en enkele televisieschermen voor een feest zouden moeten zorgen. Elena en ik besloten om naar het Palacio de Deportes te gaan. Een indoor stadion, voorzien van airconditioning en met de juiste ingrediënten voor een fantastische avond. Om 19.30 u. waren we bij het stadion waar grote drommen, in rood- en geel uitgedoste mensen naar binnen gingen. Op de tribunes was plaats voor zo’n 10.000 mensen en beneden op de grote vloer nog eens voldoende plaats voor een paar duizend mensen. Wij besloten beneden voor het scherm te gaan staan…Een uitstekende keuze. Het hele stadion zong zijn keel leeg, het publiek werd voor de wedstrijd opgezweept en het bier en de pizza’s (Telepizza was zo slim in het stadion pizza te verkopen) kon bijna niet aangesleept worden. Een veelal jong publiek, dat maar wat graag danste op de muziek en dat niet kon wachten op een groot feest. Niemand zou teleurgesteld worden. De urenlange apotheose die volgde was er een om nooit te vergeten. In de beginfase was het even spannend toen Duitsland het overwicht leek te hebben, maar daarna was het spel voor Spanje. Heer en meester gedurende tachtig minuten en toen de bevrijdende 1-0 van niño Torres viel was de vreugde-explosie ongekend…Wij waren in onze rood-gele outfit al net zo enthousiast als de Spanjaarden en even wilden we vergeten dat we eigenlijk geen Spanjaarden zijn. Het feest was na de 1-0 compleet en ondanks enkele speldenprikjes van Duitsland kwam de zege niet meer in gevaar, ook al had Spanje enkele van de vele kansen moeten benutten…Het bleef daardoor echter tot de laatste minuut spannend. De vreugde is met geen pen te beschrijven. De eerste Eurocopa in 44 jaar…Zoals iemand later in een krant schreef: eerst in zwart-wit, nu in kleur, eerst onder Franco en nu in een democratie…Zij die beide kampioenschappen meegemaakt hebben, weten hoe speciaal het is…Onvergetelijk…Heel de wereld weet dat Spanje de onbetwiste kampioen van 2008 is. Na het afbraakvoetbal van Griekenland, nu weer een kampioen om trots op te zijn. In de kwartfinale, halve finale en finale kreeg Iker Casillas (die hier echt een held is) geen enkel doelpunt tegen. En “Villa Maravilla” stond met zijn vier doelpunten al op een voetstuk. Onder het toeziend oog van premier José Luis Zapatero (vooraf was er angst dat hij ongeluk zou brengen) en de immens populaire koning Juan Carlos, alsmede zijn vrouw Sofia, ging Spanje aan de haal met deze prachtige prijs. Nederland zal ongetwijfeld beteuterd toegekeken hebben. Het had gekund ja.
Na de wedstrijd brak het feest écht los en ging heel Madrid de straat op. Nabij een miljoen mensen zal op straat zijn geweest…Wij liepen van het Palacio de Deportes naar de FUENTE (fontein) en onderweg liep Spanje zingend, lallend, springend, juichend en vuurwerk afstekend over straat, terwijl de auto’s hier toeterend doorheen kruisten. Geen mens die zich eraan kon onttrekken. Een gigantisch feest. De gemeentewerkers waren ondertussen al bezig om het vele afval op te ruimen (in totaal 44 ton op deze avond) en later bleek dat tussen 23.00 en 6.00 u. het alarmnummer 112 zo’n 5600 maal gebeld werd, 1800 keer vaker dan in een normale week.
Eenmaal op Plaza Colón zagen we al een geknakte lantaarnpaal en later zagen we een hoop afvalbakken midden op de wegen liggen. Dat was al een eerste indicatie dat sommige groepen jongens vandaliserend door de straten trok. We stonden voor een kapperszaak waarvan de winkelruit gesneuveld was en de eigenaresse ongetwijfeld met andere gedachten voor de deur stond…Er lag op een gegeven moment zoveel glas op straat, dat de passerende auto’s toch écht problemen gehad moeten hebben. Op dat moment kwam ook de M.E. te voorschijn. Elena en ik liepen die kant op met de bedoeling om vervolgens af te buigen van deze grote straat, maar al passerend zagen we dat sommige criminele jongeren met stenen naar de politie begonnen te gooien. Een man passeerde en zei, dat hij zich schaamde voor Spanje, dat het tóch weer zo moest gaan, iets wat hij in vijftien jaar (gelukkig!!) niet meer gezien had. Onmiddellijk daarna hoorden we kabaal en toen we ons omdraaiden, zagen we op twintig meter dat de oproerpolitie zich hergroepeerde en enkele seconden later werden met geavanceerde wapens de eerste kogels (grote, rubberkogels vermoed ik) afgevuurd. Ineens sta je er middenin. Elena en ik renden weg om deze onzin te ontlopen, maar het (voor het overgrote deel) jonge schorem had er blijkbaar plezier in…Voor ons was het feest voorbij en we liepen via enkele straten naar de metro, om vervolgens naar onze kamer te gaan. Het is (zoals bijna overal) een zeer kleine minderheid van enkele honderden jongeren die geweld gebruikt, maar het is en blijft toch jammer. Een miljoen mensen op de been, dus je weet dat er iets kan gebeuren, maar het blijft triest. Nu zou dit in elk land gebeurd zijn, maar het blijft zeer treurig dat het steeds weer gebeurt.
De avond was echter onvergetelijk en het feest op Colón was immens en verliep in een triomfantelijke sfeer. Om juist op deze dag in Madrid te zijn, is natuurlijk zeer bijzonder en prachtig om mee te maken. Voor Elena grappig genoeg de tweede keer op rij, na de WK-zege van Italië in 2006. Als Nederlander moet je het blijkbaar buiten je eigen land zoeken om dit mee te kunnen maken…
Viva España.