En ´s morgens zaten we in de bus, van Puerto Montt (Chili) naar San Carlos de Bariloche (Argentinië). Het duurde ongeveer twee uur, voordat we in Osorno waren en van daaruit ga je naar het oosten, via de laagste pas in de Andes (het hoogste punt ligt op slechts 1400 meter) maar met een spectaculair uitzicht. Chili was absoluut fantastisch en we zijn al benieuwd hoe het in de Atacama (Noord-Chili) zal zijn, waar we over ongeveer een maand zouden moeten zijn. Chili is een prachtig land, relaxed, schoon, modern op het gebied van infrastructuur en met behulpzame, hartelijke mensen. We hadden ons voorbereid op kou en regen, maar niets van dit alles. Sinds het tropische en stormachtige Zuid-Brazilië zijn we 'regenvrij'.
Eenmaal bij de Chileense grenspost is het even geduld hebben (een half uur tot een klein uurtje). Ook al stellen de formaliteiten niks voor, het is toch nog altijd 'iets' vergeleken met de Europese Unie. Voor Zuid-Amerikanen is een paspoort en een in te vullen declaratie, dat je geen lactogene producten en fruit/groente importeert, voldoende. Het is een stuk makkelijker geworden voor hen én voor EU-burgers in zo'n Visa-vrije zone. Overigens moeten Amerikanen, Canadezen, Aussies en Kiwi's een forse taks betalen, maar als Europeaan fiets je er gemakkelijk doorheen. Niet onbelangrijk om de voordelen van het EU-lidmaatschap te erkennen (de discussie neigt tegenwoordig enkel de andere kant op). Maar dat hele idee van vrije grenzen is toch wel zo handig voor de reiziger en toerist. Waar sommigen een bedevaart maken naar Santiago de Compostela, Lourdes, Fatima of het Vaticaan, moeten Elena en ik bij terugkomst in Europa maar eens dagje naar het pittoreske Schengen gaan (in Luxemburg, op het drielandenpunt van Luxemburg, Duitsland en Frankrijk), waar op 14 juni 1985 door België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland het Schengen-akkoord gesloten werd, waardoor er vrij verkeer van personen, kapitaal en goederen kwam. Hoe minder grenzen (zij het politiek, geografisch of mentaal), hoe beter.
Enfin, eenmaal voorbij de Chileense horde, duurde het weer een uurtje voordat we voorbij de Argentijnse grenspost waren. Het geheel was er wat ongeorganiseerd en wat minder relaxed (van die douaniers in veel te grote groene, militaire uniformen), maar het duurde even lang. Aan deze kant van de Andes was het bovendien zonnig en warm, met een strakblauwe hemel tot zover de ogen reiken. De reis langs meren en bossen is prachtig en eenmaal de eerste plaats bereikt, Villa la Angostura, werden we eraan herinnerd wat dit deel van Argentinië is: toeristisch en een plaats waar de rijken een verblijf hebben. San Carlos de Bariloche ligt een uurtje verderop en is de grootste stad van de regio, maar is nog altijd van menselijk formaat. De huizen zijn gebouwd in Alpen-stijl, alles van dik hardhout, gecombineerd met dikke grijze stenen. Volgens velen is het Argentijns Zwitserland. Nou ja, gezien het feit dat ik Zwitserland niet ken, sowieso al een leuke verrassing. Bariloche is de meest toeristische plaats van Argentinië en het is hét ski-oord van het land. Zomer of winter, druk is het altijd.
Eenmaal op het busstation werd ons verteld, dat zo'n beetje alles volgeboekt was, maar dat lijkt me nonsens. Het is nooit helemaal vol. We waren nog niet de deuren van de busterminal uit of we kregen een briefje in de handen gedrukt voor een dubbele kamer in een hospedaje...De taxi deelden we met een Nederlandse meid, die bij ons in de bus zat. Aan de grens had ik haar al herkend als Nederlandse. Makkelijk te herkennen, met haar 1.90 en wat door kan gaan als 'een typisch Nederlands gezicht'. Zij had een hostel geboekt, maar spreekt geen Spaans en dus was het voor haar een beetje behelpen met backpack en al. Bij het toeristenbureau in het centrum werd ons weer verteld dat het vol was, maar wij gingen maar een kijkje nemen bij onze hospedaje, terwijl de Nederlandse naar haar hostel ging. Hospedaje betekent niet hetzelfde als in Chili: het is niet bij mensen thuis, maar is een soort van hostel of herberg (in Argentinië zoek je naar Alojamiento Familiar als je bij mensen thuis wilt overnachten). Hoe het ook zij, onze kamer was goedkoop en uitstekend (de eerste keer met een badkamer en-suite). Bariloche is een plaats met veel winkels, restaurants en ander toeristisch vertier. Wel een nette, schone en fraai uitziende stad. In de zomer is het er overdag 20-30 graden, in de winter tot -10 en compleet bedekt met sneeuw. 's Nachts is het ook in de zomer heerlijk fris (15 graden).
De eerste indruk van de Argentijnen? Vriendelijk en Italiaans. Het accent is zoals men vaak op een stereotype manier het Italiaanse accent imiteert, maar zoals Italianen zelf helemaal niet praten, maar toch herkend kan worden als geïtalianiseerd. Argentijnse woorden en gerechten van Italiaanse oorsprong zie en hoor je bijvoorbeeld genoeg.
De eerste dag in Bariloche hebben we twee fietsen (uiteraard mountainbikes) gehuurd om buiten de stad te gaan fietsen. Het kleine 'circuit' is 70 kilometer en dat is toch heel wat, zeker als je geen mountainbike gewend bent. Bovendien rijd je op de weg, met auto's, vrachtwagens en bussen die langs je heen scheuren, wat derhalve niet bijzonder prettig fietst. We zijn iets buiten de stad met de kabelbaan naar de Cerro Otto gegaan (een berg die je een fantastisch uitzicht biedt over de omgeving) met het meer Nahuel Huapi als middelpunt. Je blikveld wordt in de verte beperkt door de imponerende bergen, waar nog steeds sneeuw te zien is. Wat een panorama.....
We vervolgden onze mini-fietstocht richting het Playa Bonita, een publiek strand aan het meer. Ik heb daar een snelle duik genomen in het ijskoude water, momenteel 10 graden zijnde (en aan het eind van de zomer slechts 14 graden). Het is zo kristalhelder, dat je er dwars doorheen kunt kijken. Ik ben nooit zo'n fan geweest van de zee, maar een meer is wat anders: geen zand, zout en golven. Uitstekend.
De dag erna stond onze excursie naar San Martín de los Andes gepland. In een busje met 11 personen, twee Chilenen, een Mexicaanse, een Argentijnse, een vijftal uit Buenos Aires (van wie vier op hoge leeftijd) en wij twee als exotisch middelpunt, zijn we via La Angostura richting San Martín de Los Andes gegaan. Tussen de twee plaatsen over niet-geasfalteerde (zoals onze gids Fredi zei: Qué maravilla el asfalto), maar verharde wegen, langs werkelijke adembenemende mooie meren: Lago Correntoso, Lago Espejo (letterlijk: Spiegelmeer, vanwege zijn helderheid, gereflecteerd door de omringende bergen), Lago Villarino en Lago Escondido (het Verborgen Meer, onbereikbaar achter dichte begroeiing en bergen). Het merengebied is werkelijk spectaculair. Na een tijdje hadden we het wel gehad met de stoffige weg (volgens onze gids heeft een bedrijf beloofd de weg in 2011 te asfalteren, a ver) en opeens zaten we achter een Nederlandse expeditietruck... Het zou ook eens niet, hè?
Eenmaal weer op het wonderbaarlijke dat asfalt heet (ai ai, en Bolivia moet nog komen...), waren we iets later in San Martín, een plaats gesticht door de militairen aan het eind van de 19e eeuw, als uitvalsbasis voor de militaire expedities gericht tegen de Mapuche en tegen de Chilenen, voor de acquisitie van het immense Patagonië. De plaats is nu een dure toeristenplaats, magnifiek gelegen aan een helder meer. Tot zover een interessante excursie met een continu grappende gids en almaar gezelligere bus.
Op de terugweg reden we door Patagonisch landschap: schaarse vegetatie in een heuvelig landschap, dan weer onderbroken door forse heuvels of kleine bergen, de fantastische vertakkingen van de Rio Negro (zoals zo vaak in Amerika, met een volstrekt belachelijke naam: de rivier is van kristalblauw tot dof groen, maar vanzelfsprekend nooit zwart) volgend. Af en toe zie je velden met koeien. In de nabijheid van wat serieuze bomen dan weer herten en een stuk verder imponerende bergen, met als hoogtepunt La Confluencia, zoals de naam al zegt, een samenkomen (confluentie) van twee rivieren. Iets verder vind je enkele bergen waar figuren in te herkennen zijn, met als belangrijkste het hoofd (met doornenkroon) van Jezus Christus. Als je er op een bepaald punt tegenaan kijkt, is het inderdaad bijna ijzingwekkend lijkend. Een dagje excursie betekent hier toch 500 kilometer afleggen en het was absoluut waar voor je geld...Een beetje onderhandelen met een studentenkaart (nee nee, student ben ik officieel niet meer, maar niemand die moeilijk doet over mijn datumloze en dus tijdloze kaart) zwaaien en contant willen betalen levert vaak weer een voordeeltje op.
Tot zover het zuiden van Argentinië. We gaan weer verder (al zou ik in dit gebied nog wel eens terug willen komen voor drie weken enkel Patagonië), richting centraal Argentinië, het wijnhart van het land (zoals aan de andere kant van de Andes, het hart van de Chileense wijnstreek ligt): Mendoza. Van daaruit gaan we dan via Córdoba en Alta Gracia naar Buenos Aires.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
3 comments:
Foei, geen student meer zijn en je toch voordoen als student.... Lijkt op handelwijzen die men in bepaalde, bij jou bekende, Zuid-Europese landen toepast.... Spaans zal inmiddels wel weer van een zeer vloeiend niveau zijn.... Enige jaloezie heb ik toch wel als ik de verhalen lees en foto's zie...
Wat let je een vlucht te boeken naar Chili en of Zuid-Argentinië? Erg relaxt allemaal, goed te doen voor jullie (en niet duurder dan een vakantie in Italië) (Elena zegt: dat klopt!)
Fantastisch wat een reis! Ik wil ook weer haha, maar voorlopig ben ik nog bezig met afstuderen!
GENIET!
Groetjes uit Belfeld, Susan
Hilde, Jos en Coen
Post a Comment